Les 11: werken met re­sul­ta­ten

Les 11: werken met re­sul­ta­ten

De resultaten helpen de cliënt en jou om de voortgang in een traject te monitoren.

Het is belangrijk dat de resultaten zorgvuldig bijgehouden worden. Dit heeft zeker ook te maken met onze financiële en inhoudelijke verantwoording aan de subsidieverstrekkers.


Wanneer vul je wat in?

 

Wat? Wanneer? Hoe vaak?
Participatieladder 1. Kort na de start van het traject: binnen twee weken
2. Bij afsluiting van het traject
Twee keer
Doelrealisatie Bij voorkeur elke keer als je een gesprek afrondt, maar vaker mag ook. Minimaal één keer voor de verantwoording, maar inhoudelijk is het logischer dat je bij elk gesprek één of meerdere doelen voor de volgende keer stelt.
Zelfredzaamheidmatrix 1. Kort na de start van het traject: binnen twee weken
2. Bij afsluiting van het traject
Twee keer

Het is ook belangrijk dat je met de cliënt afspreekt hoe jullie samen omgaan met de resultaten. Gaat cliënt ze altijd zelfstandig invullen? Help jij cliënt daarbij? Of doen jullie het altijd samen? Maak hierover een afspraak bij start van jullie traject.

Hieronder tonen we de hoe al dit moois werkt.


 

Inmiddels kun je ook gebruik maken van de ‘uitgebreide doelrealisatie’. Hiermee kunnen de doelen flink verfijnd worden.


 

Opdracht

Vul alle resultaten éénmaal in:

1. Participatieladder
2. Doelrealisatie
3. Zelfredzaamheidmatrix


« Les 10: meer over huiswerk

Les 12: afgeschermde documenten »